De holding of moedermaatschappij stelt zich hierbij garant voor het nakomen van de verplichtingen die uit de af te sluiten overeenkomst voortvloeien. Een 403-verklaring wordt ook wel een aansprakelijkheidsverklaring genoemd. Dit is conform artikel 2:403 lid 1 sub f van het Burgerlijk Wetboek. Vandaar de naam '403'-verklaring. De 403-verklaring moet zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Hieruit vloeien dan ook verplichtingen voort voor álle schulden bij álle opdrachtgevers. Afhankelijk van de situatie heb je misschien geen 403-verklaring. Als het gaat om garantstelling voor een specifieke aanbesteding kun je vaak op een andere manier voldoen aan de eis, bijvoorbeeld door een concerngarantie - een door de holding getekende verklaring met de strekking dat zij garant staan voor schulden richting opdrachtgever (vaak is hier een format voor bijgevoegd). Wordt dit niet toegestaan, stel er dan een vraag over.
Het uiteindelijke doel van een concerngarantie is hetzelfde als bij en 403-verklaring. Een concerngarantie is een financiële overeenkomst waarbij een moedermaatschappij (het concern) zich garant stelt voor de verplichtingen van een dochteronderneming binnen hetzelfde concern. Deze garantie biedt partijen de zekerheid dat de verplichtingen van de dochteronderneming worden nagekomen, zelfs als de dochteronderneming niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen.
Concerngaranties worden vaak gebruikt in situaties waarin een dochteronderneming financiële steun nodig heeft om haar activiteiten voort te zetten of om investeringen te doen, maar waarbij de dochteronderneming niet in staat is om zelfstandig voldoende financiering te verkrijgen. Door een concerngarantie te verstrekken, kan de moedermaatschappij haar financiële kracht en kredietwaardigheid aanwenden om de dochteronderneming te ondersteunen.
Financiële geschiktheidseisen binnen een aanbesteding zijn criteria die worden gebruikt om te beoordelen of een inschrijver over voldoende financiële middelen en stabiliteit beschikt om de uitvoering van het contract succesvol te voltooien. Deze eisen worden gesteld door de aanbestedende dienst om ervoor te zorgen dat de geselecteerde inschrijver financieel in staat is om aan zijn verplichtingen te voldoen en het project naar tevredenheid uit te voeren.
Financiële draagkracht: De inschrijver moet aantonen dat hij voldoende financiële middelen heeft om de kosten van het project te dekken, inclusief arbeid, materialen, apparatuur en andere uitgaven die nodig zijn voor de uitvoering van het contract.
Solvabiliteit: De aanbestedende dienst kan eisen stellen aan de solvabiliteit van de inschrijver, waarbij wordt gekeken naar de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van de onderneming. Dit kan een indicatie zijn van de financiële stabiliteit en het vermogen van de inschrijver om eventuele financiële verplichtingen na te komen.
Liquiditeit: Inschrijvers kunnen worden gevraagd om aan te tonen dat ze over voldoende liquide middelen beschikken om aan lopende betalingsverplichtingen te voldoen, zoals salarissen, leveranciersbetalingen en andere operationele kosten.
Referentieprojecten: De inschrijver kan worden gevraagd om referenties te verstrekken van eerdere projecten waaruit blijkt dat hij succesvol vergelijkbare projecten heeft uitgevoerd en dat hij in staat is om projecten op tijd en binnen het budget af te ronden.
Bankgaranties of financiële zekerheden: De aanbestedende dienst kan eisen stellen aan het verstrekken van bankgaranties of andere vormen van financiële zekerheden als aanvullende waarborg voor de financiële verplichtingen van de inschrijver.